Je hebt een topkandidaat gevonden: zijn cv ziet er geweldig uit en jullie hebben meerdere positieve gesprekken gevoerd. Maar hoe weet je nu helemaal zeker dat deze kandidaat de juiste is? Moet je hem op zijn blauwe ogen geloven? Nee, hoor. Om écht een goed beeld te krijgen, kun je een referentiecheck doen. Door mensen te ondervragen die met jouw potentiële nieuwe collega hebben samengewerkt, ontdek je misschien wel dingen die je ervan weerhouden hem daadwerkelijk aan te nemen. En dat scheelt uiteindelijk een hoop tijd en geld. Wij leggen uit hoe je een referentiecheck het slimst aanpakt.
Vermeld de referentiecheck
Allereerst is de timing belangrijk: zorg ervoor dat je de kandidaat niet overdondert met het nieuws dat je graag een referentie wilt spreken. Geef dit in ieder geval aan in het eerste sollicitatiegesprek of – beter nog – vermeld in de vacaturetekst dat een referentiecheck onderdeel van de sollicitatieprocedure is. Dan geef je de kandidaat voldoende gelegenheid om na te denken over wie voor hem een goede referent zou zijn en om diegene daar ook daadwerkelijk voor te vragen.
Sommige sollicitanten noemen al namen en telefoonnummer van referenties op hun cv. Handig, maar bel pas als je de desbetreffende kandidaat daarover gesproken hebt. Want je wilt er natuurlijk zeker van zijn dat de persoon aan de andere kant van de lijn zelf ook weet dat hij als referentie is opgegeven. En zo voorkom je bovendien ongemakkelijke situaties: dat je een huidige werkgever belt, die niet weet dat zijn werknemer aan het solliciteren is.
Vraag eerst naar de feiten
En dan ga je aan de slag. Hoe vol je agenda ook zit, doe de referentiecheck altijd zelf. Jij weet immers het best wat je zoekt in een kandidaat. Maar wat vraag je zo’n referentie dan precies? Begin met de feiten, zoals hoelang de sollicitant in dienst is geweest bij deze referentie. Het kan voor een kandidaat namelijk verleidelijk zijn om een gat op zijn cv te verhullen door een eerdere startdatum bij een werkgever te noemen. Mocht je een richtlijn willen hebben voor het te bieden salaris, vraag de referentie dan ook wat jouw sollicitant bij hem verdiende.
Daarnaast hoor je tijdens het sollicitatiegesprek vast ook dingen die je graag bevestigd wilt zien. Misschien vermoed je wel dat de beschrijving van het takenpakket bij een vorige werkgever ietwat overdreven is. Maak daar dan aantekeningen van, zodat je deze punten kunt meenemen bij de referentiecheck.
Ga vervolgens over op verdieping
Als je de feiten bevestigd hebt, kun je wat verder de diepte in gaan door wat meer inhoudelijke vragen te stellen. Bijvoorbeeld: “Hoe zou je deze kandidaat beoordelen in vergelijking met degene die de baan nu heeft?”, “Kun je enkele zwakke punten van deze kandidaat benoemen?” en “Zou je deze kandidaat weer aangenomen hebben?” Hoe meer je vraagt, hoe beter je beeld van je potentiële toekomstige werknemer. Maar pas op: je mag niet álles vragen. Net als tijdens sollicitatiegesprekken zijn onderwerpen als geloofsovertuiging, kinderwens en ziekteverzuim uit den boze.